Fiat 500 Classic – Aanhaalmomenten

Op deze pagina staan de aanhaalmomenten voor verschillende onderdelen van de Fiat 500. Alle waarden zijn in Nm!

Motor #

Versnellingsbak en differentieel #

Voorwielophanging #

Stuur #

Achterwielophanging #

Remmen #

Elektrische installatie #

Opmerkingen #

1) #

Draai eerst aan tot een waarde van 25 Nm. Vervolgens tot een waarde van 40 Nm.

2) #

Als bij het voorgeschreven aanhaalmoment de gaten in de moer en de as niet overeenkomen, moet de moer worden aangehaald tot maximaal 60 Nm. Borg deze moer altijd met een splitpen!

3) #

Het instellen van de lagerspeling op een naafmoer vereist nauwkeurigheid. Zorg er eerst voor dat de naaf correct gemonteerd is en dat alle onderdelen schoon zijn. Gebruik altijd nieuwe moeren voor de betrouwbaarheid en veiligheid. Draai de naafmoer vast met een aanhaalmoment van 20 Nm. Draai de naaf vervolgens een paar keer rond om de lagers zich te laten zetten en draai de moer los. Draai de moer vervolgens vast met een aanhaalmoment van 7 Nm. Markeer een streepje in het midden van een van de zeshoekige vlakken van de moer als referentiepunt en blijf de moer draaien totdat het volgende hoekpunt overeenkomt met het merkteken. Dit komt neer op een verdraaiing van ongeveer 30 graden. Meet de axiale lagerspeling met een klokmicrometer, die tussen 0,025 en 0,10 mm moet liggen. Pas indien nodig de moer aan om binnen deze toleranties te blijven. Zet de naafmoer vast door wat materiaal in de groef van de astap te tikken zodat de moer niet loskomt. Gebruik een geschikt gereedschap voor een stevige borging. Vul de naafdop met ongeveer 25 gram vet voor een goede smering van de lagers en tik de naafdop voorzichtig terug op zijn plaats.

4) #

Bij het monteren van nieuwe achterwiellagers of een nieuwe flexibele koppeling is het essentieel om een nieuwe afstandsbus te gebruiken. De oude afstandsbus is vervormd en daarom niet meer bruikbaar. Nadat de lagers met wiellagervet zijn ingepakt en samen met de astap, een nieuwe afstandsbus, de keerringen en de afstandsbus in de naaf zijn gemonteerd, schuift u de flexibele koppeling op de astap. Draai de moer op het uiteinde van de astap vast totdat de lagers een zodanige voorspanning hebben dat een koppel van maximaal 0,5 Nm nodig is om de astap te verdraaien.